Jul 17, 2023
Gemeente Etten-Leur Functioneel beheer
schreef
Bij ons in de regio is voor Wmo de afspraak dat zorgaanbieders mogen doorleveren na overlijden van cliënt, dit om de overgang naar een nieuwe en een afronding van een fase van achterblijvers/ mantelzorg/ partner te realiseren.
Werkwijze voorbeeld:
Cliënt overlijdt 15 april 2022, zorgaanbieder mag doorleveren tot en met 31 mei 2022.
De laatste levering is op 29 mei 2022.
De zorgaanbieder verstuurt een Stopzorg bericht 307 per 29 mei 2022 met daarin aangegeven de reden van beëindiging
De zorgaanbieder declareert de maand april en mei op naam van de overleden client.
Volgens de iStandaarden mag niet doorgeleverd worden als een client overleden is.
Wij lossen dit nu op door een nieuwe indicatie HO op naam van achterblijvende partner toe te kennen, per 1 van de maand volgend op de maand van overlijden. Het is geen probleem als de achterblijvende partner ook HO toegekend krijgt, maar wel een probleem als achterblijvende partner geen Indicatie HO nodig heeft.
Nu is dit vrij veel administratief werk voor de backoffice, er wordt nu gevraagd of we van de istandaarden af kunnen wijken, dat we bijvoorbeeld als gemeente de datum overlijden intrekken en een nieuwe 301 sturen met een latere einddatum. Maar dit lijkt me ook niet wenselijk.
Zijn er meerdere gemeenten die hier tegenaan lopen? Ditzelfde probleem hebben en/of een oplossing hiervoor hebben?
Werkwijze voorbeeld:
Cliënt overlijdt 15 april 2022, zorgaanbieder mag doorleveren tot en met 31 mei 2022.
De laatste levering is op 29 mei 2022.
De zorgaanbieder verstuurt een Stopzorg bericht 307 per 29 mei 2022 met daarin aangegeven de reden van beëindiging
De zorgaanbieder declareert de maand april en mei op naam van de overleden client.
Volgens de iStandaarden mag niet doorgeleverd worden als een client overleden is.
Wij lossen dit nu op door een nieuwe indicatie HO op naam van achterblijvende partner toe te kennen, per 1 van de maand volgend op de maand van overlijden. Het is geen probleem als de achterblijvende partner ook HO toegekend krijgt, maar wel een probleem als achterblijvende partner geen Indicatie HO nodig heeft.
Nu is dit vrij veel administratief werk voor de backoffice, er wordt nu gevraagd of we van de istandaarden af kunnen wijken, dat we bijvoorbeeld als gemeente de datum overlijden intrekken en een nieuwe 301 sturen met een latere einddatum. Maar dit lijkt me ook niet wenselijk.
Zijn er meerdere gemeenten die hier tegenaan lopen? Ditzelfde probleem hebben en/of een oplossing hiervoor hebben?
2 Antwoorden
Jul 27, 2023
Gemeente Etten-Leur Functioneel beheer
schreef
Vanuit iStandaarden kregen we het volgende antwoord.
Antwoord:
Het is voor een aanbieder niet mogelijk om te declareren over een periode waarvoor geen toewijzing is.
Dit wordt in de standaard ook met regels beschreven en afgedwongen. Bedrijfsregel OP279 geeft aan dat de aanbieder een product declareert binnen de toegewezen periode. In de prestatieregel moet de ProductPeriode gevuld worden en deze vulling wordt met technische regels gecontroleerd tegen de toewijzing (TR308 en TR307).
Technische regel TR308 dwingt af dat "Einddatum in ProductPeriode in Prestatie moet kleiner dan of gelijk zijn aan Einddatum in ToegewezenProduct, indien die gevuld is.".
Dit betekent dat wanneer de gemeente een toewijzingsbericht met gewijzigde toewijzing stuurt i.v.m. het intrekken van de einddatum als gevolg van het overlijden van een cliënt, de aanbieder in de prestatieregel de einddatum van de ProductPeriode niet kan vullen met een einddatum na de einddatum van de toewijzing (de overlijdensdatum).
Daarnaast is er ook een controle op het GeleverdVolume in de prestatie, hierbij wordt het GeleverdVolume in de Prestatie gecontroleerd tegen het Volume in het ToegewezenProduct uit de toewijzing. Deze zorg ervoor dat de aanbieder niet meer kan declareren dan voor die periode maximaal is toegewezen.
Antwoord:
Het is voor een aanbieder niet mogelijk om te declareren over een periode waarvoor geen toewijzing is.
Dit wordt in de standaard ook met regels beschreven en afgedwongen. Bedrijfsregel OP279 geeft aan dat de aanbieder een product declareert binnen de toegewezen periode. In de prestatieregel moet de ProductPeriode gevuld worden en deze vulling wordt met technische regels gecontroleerd tegen de toewijzing (TR308 en TR307).
Technische regel TR308 dwingt af dat "Einddatum in ProductPeriode in Prestatie moet kleiner dan of gelijk zijn aan Einddatum in ToegewezenProduct, indien die gevuld is.".
Dit betekent dat wanneer de gemeente een toewijzingsbericht met gewijzigde toewijzing stuurt i.v.m. het intrekken van de einddatum als gevolg van het overlijden van een cliënt, de aanbieder in de prestatieregel de einddatum van de ProductPeriode niet kan vullen met een einddatum na de einddatum van de toewijzing (de overlijdensdatum).
Daarnaast is er ook een controle op het GeleverdVolume in de prestatie, hierbij wordt het GeleverdVolume in de Prestatie gecontroleerd tegen het Volume in het ToegewezenProduct uit de toewijzing. Deze zorg ervoor dat de aanbieder niet meer kan declareren dan voor die periode maximaal is toegewezen.
Sep 24, 2023
Gemeente Apeldoorn
schreef
In Apeldoorn hebben we een apart aanvraag aanvraagproces gebouwd.
Vanuit de hulpvraag openen we een meldingsproces dat we overslaan en we gaan vanuit deze melding direct naar het verkorte aanvraagproces voor achterblijvende partners.
Na het aflopen van de overbruggingsperiode komt er een actie op realisatie dat ze het meldingsproces gaan doorlopen en dan pas wordt het onderzoek gedaan in de melding en de aanvraag beoordeeld zo nodig. Niet ideaal maar dit werkte voor ons het beste.
Vanuit de hulpvraag openen we een meldingsproces dat we overslaan en we gaan vanuit deze melding direct naar het verkorte aanvraagproces voor achterblijvende partners.
Na het aflopen van de overbruggingsperiode komt er een actie op realisatie dat ze het meldingsproces gaan doorlopen en dan pas wordt het onderzoek gedaan in de melding en de aanvraag beoordeeld zo nodig. Niet ideaal maar dit werkte voor ons het beste.